T +31 (0)342 – 426 000

Machine- en liftrichtlijn

Machinerichtlijn

 

Voor liftinstallaties die gecertificeerd zijn onder de Machine richtlijn geldt dat ze een maximum snelheid mogen hebben van 0,15 m/sec. Liften onder de Machine richtlijn met personenvervoer die meer dan 3 meter hoogte overbruggen, mogen alleen geplaatst worden als de lift wordt vergezeld van een type-certificaat. Dit is een certificaat waarin wordt verklaard dat de lift eenmalig is type-goedgekeurd. Dit certificaat wordt afgegeven door een Europese keuringsinstantie. Voor alle overige liften (goederenliften of liften onder de 3 meter) geldt dat de leverancier zelf, op eigen verantwoording, een verklaring opstelt waarin wordt aangegeven dat de lift voldoet aan de productnorm (en daarmee aan de Machine richtlijn).

 

Eind 2009 is de nieuwe Machine richtlijn van kracht geworden. Deze richtlijn biedt mogelijkheden voor het leveren van (platform)liften zonder put en dakopbouw, maar mèt automatische bediening en een dubbele kooiafsluiting. In deze Machine richtlijn is vereist dat, wanneer de bediening van de lift volledig automatisch is, er een cabine toegepast moet worden die tijdens de rit volledig gesloten is.

Liftenrichtlijn 2014/33/EU

 

Wanneer een hogere snelheid is gewenst, geldt de norm 2014/33/EU. Hierbij is, in tegenstelling tot bij de Machinerichtlijn, de aanwezigheid van een liftput en een schachtkop verplicht. Een uitzondering hierop is de variant volgens de geharmoniseerde norm NEN-EN 81-21. Volgens deze norm mag een lift zonder put en verhoogde schachtkop worden geleverd waarbij de snelheid gelimiteerd is tot 1,0 m/s. Hierbij is per lifttype en project instemming vereist van de inspectie van het ministerie SZW (voorheen Arbeidsinspectie), conform Beleidsregel Liften 2016.